Ga direct naar onze website Wereldspel waar u alle informatie vindt over het non-verbaal signaleren van een eventuele informatieverwerkingsvoorkeur met behulp van het officiële en erkende Ojemann Wereldspel.
.
.
.
Wat is beelddenken nu precies?
Beelddenken is een Nederlands woord voor de visueel-ruimtelijke manier van informatieverwerking die mensen meekrijgen vanaf de geboorte. Gebaseerd op synthese (verbanden) en inductief redeneren (van het geheel naar de delen) dat beïnvloed wordt door kijken, verbeelding en een intuïtieve grip op complexe systemen zonder besef van de opeenvolgende denkstappen.
Het is een simultane (gelijktijdige) manier van verwerken van informatie en creatief denken door bestaande factoren op een nieuwe manier combineren.
In de wetenschap is het Nederlandse woord beelddenken omstreden, omdat het in internationale onderzoeken naar visual-spatial information processing (zoals in de Dual Coding Theory van Paivio) niet zo genoemd wordt.
De wetenschap richt zich de laatste jaren steeds meer op de verschillende manieren van informatieverwerking van ons brein: de leerstrategieën van mensen. Hierbij worden ook de termen beelddenken en taaldenken niet geschuwd. Toch zul je in wetenschappelijke publicaties deze woorden niet tegenkomen. Officieel spreekt men dan over de visueel-ruimtelijke en verbaal-volgorderlijke informatieverwerking van mensen.
De universiteiten van Utrecht, Nijmegen (Radboud) hebben ieder voor zich onderzoek in die richting gedaan (zie publicaties). De Universiteit Maastricht startte in 2023, op initiatief van Stichting Beelddenken Nederland, een onderzoek naar een gevalideerde Informatieverwerking Voorkeur Vragenlijst (IVV).
Maria Krabbe (1889-1965)
Het woord beelddenken is in de jaren `30 bedacht door de Nederlandse logopediste en onderzoekster Maria Krabbe. Zij had te vaak intelligente kinderen in haar praktijk had met slechte cijfers voor talen, en zette het denken in beelden tegenover het begripsdenken oftewel: taaldenken. Haar publicatie in 1947 in het gerenommeerde Nederlandsch Tijdschrift voor de Psychologie en haar grensgebieden (deel 2, afl. 3, blz 194-213) kreeg geen voet aan de grond bij de toen opkomende pedagogische stromingen (Bladergroen) in Nederland.
.
Beelddenken is dus GEEN STOORNIS, maar een manier van informatieverwerking en leerstrategie die ieder mens van nature in meer of mindere mate toepast. Een mentaal proces dat invloed heeft op hoe iemand zijn wereld ervaart en hanteert.
Mensen zijn daarnaast in staat om nog een andere leerstrategie in te zetten: het talige volgorderlijke denken, oftewel `begripsdenken`. Een manier van denken gebaseerd op analyse en lineair deductief redeneren dat beïnvloed wordt door luisteren, taal en bewustzijn van tijd.
Je leert talig denken van je omgeving, maar vooral op school. School heeft de taak om kinderen procedureel, detailgericht en analytisch te leren denken. Deze verbale capaciteiten heb je nodig voor o.a. goed luisteren, lezen, rekenen, plannen, ordenen, organiseren, op tijd komen.
Balans tussen beeld- en taaldenken is ideaal
Tijdens de basisschoolperiode ontwikkelt het brein dus de talige informatieverwerking. Het oorspronkelijke `beelddenken` verdwijnt voor een groot deel naar de achtergrond. Op school leer je dingen op volgorde te doen, automatiseren, goed luisteren, lezen en schrijven, maar vooral ook het convergerende denken: er is maar 1 antwoord goed.
Rond het 12e levensjaar is er, als het goed is, een balans ontstaan waardoor beide manieren van informatieverwerking ingezet kunnen worden naargelang de situatie. Leerlingen die onvoldoende verbale capaciteiten ontwikkelen in de basisschoolleeftijd (door b.v. dyslexie, concentratieproblemen, hoge/lage intelligentie, TOS of slecht/geen onderwijs) zetten dus automatisch de van nature meegekregen visuele leerstrategie in.
Steeds meer leerlingen in Nederland verlaten de basisschool met onvoldoende verbale capaciteiten! Volgens Europees onderzoek (PISA 2022) ligt dat percentage al op 33%. Dat is 1 op de 3 leerlingen!
Niet het `beelddenken` is een probleem, maar het onvermogen het talige denken er voldoende naast te krijgen.
Door onze snelle, visuele digitale maatschappij ontwikkelt het jonge brein minder verbale capaciteiten. Juist het onderwijs (de plek waar we onze jeugd het talige denken aanleren) krijgt te maken met steeds meer `visueel ingestelde` leerlingen die het talige denken onvoldoende integreren. Het gaat dus niet om het feit of je wel of niet `beelddenker` bent, maar of het talige denken er voldoende naast komt te staan.
Talig denken is de sleutel tot schoolsucces!
Leerlingen die aan het eind van de basisschool beide leerstrategieën goed in kunnen zetten, zullen in ons talige onderwijs meer kans van slagen hebben en ook vervolgadvies krijgen dat past bij hun intelligentieniveau. Leerlingen met onvoldoende verbale capaciteiten komen vaak op een meer praktijkgericht niveau terecht, ondanks een goede intelligentie. Het vmbo zit vol met slimme leerlingen met verbale hiaten.
Annemaaike Serlier-van den Bergh, gepromoveerd neuro-psycholoog en werkzaam aan de universiteit van Maastricht, stelt in haar boek `Welkom bij de taalclub` (Nijgh en van Ditmar, 2021) dat ongeveer 5% van de leerlingen van 4 tot 12 jaar zuivere taaldenkers zijn. Zij komen uitstekend uit hun woorden, maar verdwalen letterlijk in de visuele wereld. Ze blijven praten om het doen uit te stellen. Vaak ook hebben zij een rekendeuk. Het zijn spraakwatervallen (ook al als kleuter) en hebben niets met knutselen en puzzelen.
De meeste mensen zijn combi-denkers, zij hebben zowel het beeld- als taaldenken nodig om tot iets te komen. Een klein percentage van de mensen gebruikt alleen de visuele leerstrategie. Zij hebben geen tekst of taal nodig; ze willen zien en doen..
Stichting Beelddenken Nederland.
In de uitgave `Beelddenken in historisch perspectief` van Stichting Beelddenken krijgt u een betrouwbaar beeld van de historie van het begrip beelddenken en de onderwijspioniers die dit de afgelopen decennia hebben uitgedragen: Maria Krabbe en Nel Ojemann.
Instituut Kind in Beeld werkt nauw samen met Stichting Beelddenken Nederland. Deze onafhankelijke stichting (voortgekomen uit de Maria Krabbe Stichting en de Ojemann Stichting) beoogt het verkrijgen van her- en erkenning van het fenomeen beelddenken bij kinderen en volwassenen, het kweken van begrip voor de meerwaarde van beelddenken, en wetenschappelijke erkenning en wetenschappelijke onderbouwing.
Het onderzoek naar een gestandaardiseerd Informatieverwerking Voorkeur Vragenlijst dat nu loopt, heeft prioriteit. Deze vragenlijst kan, naast het diagnostisch instrument Wereldspel dat nu bij kinderen wordt gebruikt voor het diagnosticeren van beelddenken, een meerwaarde zijn. Doel is daarbij op het individuele kind gerichte, specifieke differentiatie in de gehanteerde onderwijsmethodes om te voorkomen dat het kind leerproblemen krijgt..
School en maatschappij
Talig denken is in onze maatschappij essentieel. School heeft dan ook de taak om kinderen talig te leren denken. Dat begint al in de kleuterklassen. Voor alle kinderen is de omschakeling naar talig denken wennen, maar de meesten pikken het op. Ze zetten het visuele, associatieve, creatieve denken even in de kast (in ieder geval op school). Het talige denken levert namelijk rapportpunten op!.
Neuropsychologie
Jelle Jolles (professor neuropsychologie e.m.) verwoordt het zo: `Vanuit de neuropsychologische wetenschap wordt benadrukt dat je beelddenken moet zien als een strategie. De meeste mensen/jongeren kunnen dat leren, c.q. kunnen er beter in worden. Er zijn kinderen die om wat voor reden ook erg goed zijn in beelddenken en/of het als een voorkeursstrategie hanteren. Omwille van een brede ontplooiing is het goed dat kinderen die vrijwel uitsluitend of heel erg veel de ‘beelddenken’ strategie hanteren ook wordt geleerd om andere strategieën te gebruiken. Andersom geldt het ook: er zijn jongeren die bij voorkeur een talige of een handelingsstrategie (of andere) hanteren. Voor hen zou het heel goed zijn om meer te leren visualiseren.`
Visueel-ruimtelijke leerstrategie
Kinderen die moeite hebben om het talige denken op te pikken kunnen het moeilijk krijgen op school. Vooral bij het lezen, spellen, rekenen, automatiseren, organiseren/plannen, maar bovenal bij de manier van toetsing. Niet de lesstof is te moeilijk, maar de talige, procedurele manier van lesgeven en toetsen sluit niet aan bij hun snelle visuele manier van denken. Een vraag roept wel tien antwoorden op. Bij het lezen van een tekst heeft het brein er van alles bij verzonnen.
Mensen met een grote visuele voorkeur (zoals hoogbegaafden), hebben vaak moeite om over te schakelen naar het talige denken. Er ontstaan misverstanden, waardoor er niet uitkomt wat erin zit. Dat levert frustratie op. En dat leidt vaak weer tot faalangst, gedrags- en/of motivatieproblemen.
Het Ojemann Wereldspel (Individueel Onderwijskundig Onderzoek)
Het Wereldspel is een non-verbaal onderzoeksinstrument dat internationaal wordt ingezet door onderwijs- en zorgprofessionals. In een paar minuten bouwt een kind een dorp met het materiaal. Er komt geen taal aan te pas!
Aan de hand van het gebouwde dorp kan worden gesignaleerd hoe het kind zijn informatie verwerkt (verbaal en/of visueel) en welke leerstrategie het inzet. Tevens komt er zicht op het welbevinden van het kind en de cognitieve capaciteiten (evt. hoogbegaafdheid).
In combinatie met een compleet Individueel Onderwijskundig Onderzoek (IOO) met verslaglegging komt er duidelijk zicht op hiaten in het leerproces, waardoor gericht begeleid kan worden. U kunt vrijblijvend contact opnemen met een van onze EXPERT professionals in uw regio voor een onderzoek voor uw kind/leerling.
Voor meer informatie over het Wereldspel: www.wereldspel.nl
LetterKlankStad
Onze beginnend leesmethode LetterKlankStad komt voort uit de dyslexiebegeleiding: leerlingen die moeite hebben met het auditieve, volgorderlijke en gedetailleerde lezen en schrijven.
Maar de laatste decennia heeft het snel leren lezen prioriteit gekregen, waardoor vele leerlingen scannend lezen. Juist de leerlingen met een visuele voorkeur lezen niet goed en gedetailleerd, waardoor tekstbegrip en spelling meer en meer een probleem worden in het Nederlandse leesonderwijs.
LetterKlankStad combineert leren lezen en spellen weer en maakt de taalregels visueel in plaats van auditief. Voor taalzwakke leerlingen een verademing om eindelijk echt het verschil te doorgronden van woorden als bomen en bommen.
Wie goed analytisch kan lezen, weet hoe woorden zijn opgebouwd. Scholen die met LetterKlankStad werken nemen geen DMT-toets op snelheid af, maar toetsen individueel. Een verademing voor leerkracht en leerling: lezen geeft weer plezier! Onderzoek van de Radboud Universiteit bewijst dat daarnaast het niveau gelijk opgaat met reguliere leesmethodes.
LEREN LEREN Methode
De visuele leertechnieken van de LEREN LEREN Methode zijn in enkele uren aan te leren en geven vaak direct resultaat. Niet alleen bij visueel ingestelde leerlingen, maar bij alle leerlingen in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs. Juist omdat de lesstof op een visueel-zintuigelijke manier wordt aangeboden en verwerkt, past het van nature bij het menselijk brein.
Een andere manier van leren en werken met je eigen talenten.
Deze studievaardigheid methode is gebaseerd op de drie pijlers van succesvol leren: metacognitie, leer- en geheugentechnieken en zelfvertrouwen. Met motivatie als verbindende factor. Leerlingen krijgen inzicht in hun sterke en zwakke kanten bij het leren, met bijbehorende tools om effectief te leren.
Onderzoek van de UvA bewijst dat de leerresultaten op het gebied van leren en tekstbegrip en motivatie significant stijgen. Zo`n 50%. De LEREN LEREN Methode is een kant en klaar lessenpakket waarmee leerlingen grip krijgen op hun leerproces, en docenten inzicht krijgen in hun manier van lesgeven.
Leerlingen kunnen een korte training volgen bij een van onze Jeugdtrainers. Onderwijs- en zorgprofessionals kunnen deze methode in school/praktijk halen middels een 3-daagse opleiding LEREN LEREN Methode , waarna ze zelfstandig aan de slag kunnen.
Hoogbegaafdheid en beelddenken
Vooral de slimme snelle (hoogbegaafde) leerlingen kunnen ver komen bij het leren, zonder dat het opvalt. Ze automatiseren bijvoorbeeld de tafels niet. Nee, ze tellen gewoon snel. Ze lezen niet precies wat er staat, maar scannen teksten. Ze leren niet, maar kijken het even door.
Uiteindelijk lopen ze een keer vast bij tekstbegrip, spelling, vreemde talen en het voortgezet rekenen. Het is zaak om dan terug te gaan naar de basis en ze bewust te maken van hun visuele manier van denken en de noodzaak van de verbale leerstrategie. Terug dus naar het automatiseren en het decoderen van woorden (analyse). Niet leuk, maar wel nodig om verder te komen.
Ben ik in beeld -boek
Het boek BEN IK IN BEELD? is speciaal geschreven en getekend voor kinderen tot 15 jaar. Door het (samen met ouder/docent) te lezen krijgt het kind inzicht in wat beelddenken is en betekent. Een eerste stap naar (h)erkenning.
Op elke pagina staan tips en adviezen voor succesvol leren en werken. Een aanrader voor ouders, leerlingen, leerkrachten en iedereen die het snelle visuele denken bij zichzelf herkent.
..
Wat kan ik als ouder/docent doen?
* Het boek BEELDDENKEN, VISUEEL LEREN EN WERKEN geeft een compleet overzicht van de theorie, praktijk en historie van het beelddenken. Met signaleringslijsten, unieke visuele leertechnieken, tips en adviezen.
.
* Met het bijbehorende WERKBOEK voor kinderen kan thuis gewerkt worden.
* Indien gewenst kunt u zich vrijblijvend wenden tot een van onze EXPERTs in uw regio over de mogelijkheden van begeleiding en/of een didactisch onderzoek (met verslag). U krijgt dan o.a. inzicht in de niveaus en hiaten van alle leervakken, het cognitieve niveau, (non-verbale) intelligentie, leerstijl, geheugen, samenwerking van de ogen en de sociaal-emotionele kenmerken die meespelen bij uw kind. Een compleet verslag waarmee u, uw kind en de leerkracht gericht aan de slag kunnen.
* Uw kind kan een korte training volgen van de LEREN LEREN Methode. Neem vrijblijvend contact op met een van onze jeugdtrainers in uw regio. Zij verzorgen individuele en groepslessen rondom deze manier van leren. Onderzoek bewijst dat zowel cijfers als motivatie stijgen.
Wij zijn aangesloten bij de MEVW (educatieve uitgevers bond).
Onze opleidingen zijn o.a. geaccrediteerd door SKJ, Leraarportfolia, CRKBO.
.
Geschiedenis van het begrip BEELDDENKEN
Het begrip `beelddenken`, in de wetenschap `visual memory` genoemd, kent een rijke historie.
Juan Huarte (1529 – 1588)
In de zestiende eeuw verbond de Spaanse arts en geleerde Juan Huarte denkstijlen (ingenios) aan de drie universitaire basisvakken van die tijd: een denkstijl met goed inzicht koppelde hij aan de logica. Een denkstijl met goed geheugen koppelde hij aan de grammatica en een door grote verbeeldingskracht gekenmerkte denkstijl aan de retorica.
Maria Krabbe (1889 – 1967)
De term ‘beelddenken’ bestaat al vele tientallen jaren. Deze is afkomstig van de Haagse logopediste Maria J. Krabbe. Halverwege de vorige eeuw constateerde zij dat een aantal kinderen verschillend communiceerde. Zij vond een verschil tussen hun taalvaardigheid en hun vaardigheid op andere terreinen. Na jarenlang onderzoek ontstond bij haar het woord `beelddenken`, dit in tegenstelling tot het `begripsdenken`, oftewel het taal- of woorddenken. De nalatenschap van Maria Krabbe, waaronder het boek ‘Beelddenken en Woordblindheid’, is ondergebracht bij het Internationaal informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging in Amsterdam.
Maria was haar tijd ver vooruit met haar stelling: `De maatschappij eischt officieel woorddenkers, het leven snakt naar beelddenkers.`
Dr. Gerard van der Leeuw (1890 – 1950)
De eerste naoorlogse minister van Onderwijs, theoloog en hoogleraar geschiedenis van de godsdiensten en medewerker van Maria Krabbe, beschrijft in zijn boek `De primitieve Mensch en de Religie` de begrippen `beelddenken` en `begripsdenken` als twee wijzen van denken; twee levensvormen, twee structuren van de menselijke geest die behoren tot iedere tijd, ras, cultuur en ontwikkelingsstadium.
Joy Paul Guilford (1897 – 1987)
Deze psycholoog aan de Universiteit van Zuid Californie ontwikkelde een model van het menselijk intellect, waarbij hij onderscheid maakte tussen `convergerend` en `divergerend` denken. Convergerend denken richt zich op één oplossing door gebruik te maken van logica. Divergerend denken volgt vrije denkpatronen en verschillende uitgangspunten om tot meerdere, creatieve oplossingen te komen die allemaal toepasbaar/geschikt zijn.
Allan Pavio (1925-2016)
Hoogleraar psychologie aan de Universiteit van West Ontario veronderstelt in zijn `Dual-coding theory` (1971) dat informatie door twee modaliteitsspecifieke symbolische systemen cognitief kan worden verwerkt: het verbaal en het visueel systeem.
Hoe meer beide systemen gebruikt worden, hoe beter we kunnen nadenken over kennis en ons deze kunnen herinneren. De theorie van Paivio is nog steeds een bron voor tegenwoordige wetenschappers die onderzoek doen naar beelddenken en het visueel-ruimtelijk denken.
1977 – P. Span
Professor Span spreekt in zijn `Leerstijlen` (1977) over de manieren waarop iemand zijn informatie opneemt, verwerkt en gebruikt. De één verwerkt zijn informatie het liefst verbaal, terwijl de ander dit bij voorkeur in beelden verwerkt. De eigen leerstijl bepaalt hoe iemand zijn informatie in het werkgeheugen structureert, opbergt in het langetermijngeheugen en weer terug vindt door eigen leer- en verwerkingsstrategieën.
Nel Ojemann (1914 – 2003) en het Wereldspel
Dr. P.C. Ojemann, pedagoge en docent aan de universiteit van Groningen, start rond 1955 een onderzoek, waarin zij een relatie legt tussen het beelddenken en bepaalde leerproblemen. Zij combineerde het gedachtegoed van Maria J. Krabbe uit ‘Beelddenken en woordblindheid’ , aangaande beeldenkers die anders zouden communiceren, met het proefschrift van de kinderpsychiater L.N.J Kamp ‘Speldiagnostiek‘ . Tevens ontwikkelt zij het Ojemann Wereldspel, een non-verbaal gestandaardiseerd onderzoeksinstrument om beelddenkers op te sporen, dat tot op de dag van vandaag bij Instituut Kind in Beeld wordt ingezet bij het officiële Individuele Onderwijskundige Onderzoek .
In 1985 sticht Nel Ojemann `De Maria Krabbe Stichting` en publiceert zij haar boek ‘Woordblindheid en beelddenken, compensatie, correctie, preventie‘. In 1999 richt Nel Stichting Ojemann op. In 2011 gaan beide Stichtingen officieel op in Stichting Beelddenken Nederland..
2002 – Linda Kreger Silverman
Psychologe en directeur van het `Institute for the study of Advanced Development` en het `Gifted Develoment Center` in Denver beschrijft in haar boek `Upside – Down Brilliance: the Visual Spatial Learner` (2002) de talenten van de visueel ruimtelijke leerlingen. Ze ontdekte dat kinderen met een bijzonder hoog IQ, maar ook kinderen met een bijzonder laag IQ, het beter deden bij visueel-ruimtelijke taken. Het grote verschil was dan echter wel dat hoog intelligente kinderen ook de auditief volgtijdelijke taken goed maakten en de kinderen met een laag IQ daar zwak op scoorden. Zij stelde verder dat visueel ruimtelijk lerende kinderen een voorkeur hebben voor het denken in beelden en niet in woorden. De hersenen van deze kinderen zijn anders georganiseerd; zij leren vanuit het geheel naar de delen, leren niet door herhalen en stampen maar op basis van visualiseren.
In 2016 komt Linda in aanraking met Marion van de Coolwijk (Instituut Kind in Beeld) tijdens een congres hoogbegaafdheid van het SLO en maakt Linda kennis met het Ojemann Wereldspel. Dit resulteert in een internationale opleiding `Practitioner World Game`, waarbij vooral het signaleren van de cognitie met het Ojemann Wereldspel centraal staat, als vervanger van de WISC in situaties waarbij taal onmogelijk is.
Delinda van Garderen
Delinda van Garderen (University of Missouri-Columbia, Department of Special Education), heeft leerlingen met leerproblemen, zich normaal ontwikkelende leerlingen en begaafde leerlingen onderzocht. Zij heeft gekeken naar hun vaardigheid om verhaaltjessommen op te lossen, hun visuele object voorstellingsvermogen en hun visueel-ruimtelijk voorstellingsvermogen. Het zal niet verbazen dat de begaafde leerlingen hoger scoorden op beide visuele voorstellingsvermogens dan de andere twee groepen. Verder bleek dat de prestaties in het oplossen van verhaaltjessommen hoger waren wanneer er beelden bij gebruikt werden. Van Garderen, D. (2006). Spatial visualization, visual imagery, and mathematical problem solving of students with varying abilities. Journal of Learning Disabilities, 39, 496-506.
2007 – Jan Kaldeway
Pedagoog en docent onderzoeksvaardigheden aan Academie Educatie van de CHE werkte als docent aan Universiteit Utrecht in begeleiden van studenten met leerproblemen. Hij deed onderzoek naar de relatie denkstijlen – vakgebieden en stelde vast dat mits de begrippen beelddenken en begripsdenken zorgvuldig gebruikt worden, wel degelijk bruikbaar zijn. Hij ontwikkelde een model waarin een nauwkeurige analyse is gemaakt van de interactie tussen denkstijlen van verschillende leerlingen en de leerinhouden en werkvormen. Levende Talen Tijdschrift – Jaargang 8, nummer 1, 2007
Peter Hagevoort
Hoogleraar neuropsychologie aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen en directeur aan de F.C. Donders Centre for Cognitive Neuro- imaging te Nijmegen stelt dat de hersenen beschikken over gescheiden functionerende verwerkingscircuits; voor analyseren van de structuur of woordvolgorde bij het maken van zinnen. Daarnaast voor de betekenis van gesproken taal. Het verschil tussen deze systemen bestaat ook op neurofysiologisch niveau. De hersenen zetten compenserende strategieën in om grammaticale onjuistheden in taaluitingen toch juist te interpreteren. Als bij bepaalde personen het ene systeem minder goed functioneert, verwerken ze taal uitsluitend via het andere systeem.
2005 – Kozhevnikov, M, Kosslyn, S. & Shephard
Wereldwijd komen er steeds meer wetenschappelijke bewijzen voor het visuele en verbale leersysteem. Uit onderzoeken van Kozhevnikov, Kosslyn en Shephard blijkt dat er twee types `visualizers` (beelddenkers) te onderscheiden zijn:
- Object visualizers verwerken hun informatie als 1 beeld, statisch en vaststaand. Dit zijn de beelddenkers die sneller problemen op school ondervinden met taal.
- Spatial visualizers verwerken hun informatie ook met beelden, maar kunnen die analyseren, ze zien structuren en de opbouw ervan. Ze kunnen ontleden in onderlinge relaties (spatiële relaties hoog) en hebben geen moeite met het talige, maar wel een snelle, associatieve verwerking.
Kozhevnikov, M., Kosslyn, S., & Shephard, J. (2005). Spatial versus object visualizers: A new characterization of visual cognitive style. Memory and Cognition, 33, 710-726.
2008 – Karen Anderson
Karen Anderson (Harvard University, Cambridge, Massachusetts) heeft samen met haar collega’s ontdekt dat leerlingen die hoog scoren op zowel de verbale als de visueel-ruimtelijke leerstijl beter zijn in meetkunde dan leerlingen die alleen hoog scoren op de visueel-object leerstijl. Dit is vooral merkbaar als het gaat om sommen met een ruimtelijk aspect of het onthouden van de vorm, driehoek, cirkel, en dergelijke. Ditzelfde geldt voor zogenaamde verhaaltjessommen. Zij concluderen dat juist een verbale of een visueel-ruimtelijke leerstijl belangrijk is om goed te kunnen presteren bij meetkunde. Aan visueel-object voorstellingsvermogen heb je niet zo veel bij meetkunde. Anderson, K. L., Casey, M. B., Thompson, W. L., Burrage, M. S., Pezaris, E., & Kosslyn, S. M. (2008). Performance on middle school geometry problems with geometry clues matched to three different cognitive styles.
2010 – Thomas & McKay
Patrick Thomas en Jacinta McKay (Griffith University te Brisbane, Australië) lieten psychologie studenten een vragenlijst invullen om te bepalen of zij beelddenkers (ruimtelijke of object) of taaldenkers waren. Vervolgens boden zij de lesstof in drie groepen op drie manieren aan. Met alleen tekst, tekst met beeld of tekst met schematische diagrammen. Ze komen tot de conclusie dat de prestaties omhooggaan wanneer de manier waarop de lesstof aangeboden wordt overeenkomt met de voorkeursleerstijl van studenten. Thomas, P. R., & McKay, J. W. (2010). Cognitive styles and instructional design in university learning. Learning and Individual Differences, 20, 197-202.
Jelle Jolles
Hoogleraar Hersenen, Gedrag en Educatie (VU Amsterdam) schreef het boek `Ellis en het verbreinen`. Jolles geeft in meerdere interviews duidelijk aan dat kinderen niet volgens een vaste methode of manier van lesgeven leren, omdat het brein voorkeursstrategieën heeft. Hij maakt onderscheid tussen talige, motorische en visueel ingestelde kinderen. Daar waar een kind met een talige strategie niet goed uit de voeten kan, kan het zijn dat het kind met een visuele strategie op een veel eenvoudigere manier de kennis en ervaring kan verwerven.
Ook stelt hij dat de strategie per periode kan wisselen; een kind kan wel een voorkeursstrategie hebben maar dat betekent niet dat het een andere strategie niet kan leren. De voorkeur gaat uit naar het op een zo vroeg mogelijk tijdstip actief gebruiken en stimuleren van meerdere hersengebieden. Hoe vroeger de neurale netwerken geactiveerd worden, hoe minder tijd er later nodig is om de hersengebieden te laten samenwerken.
Jolles stelt dat het voor het onderwijs de moeite loont om meerdere strategieën aan te bieden en er veel winst geboekt kan worden met mentaliseren en visualiseren van lesstof: `Vanuit de neuropsychologische wetenschap wordt benadrukt dat je beelddenken moet zien als een strategie. De meeste mensen/jongeren kunnen dat leren, c.q. kunnen er beter in worden. Er zijn kinderen die om wat voor reden ook erg goed zijn in beelddenken en/of het als een voorkeursstrategie hanteren. Omwille van een brede ontplooiing is het goed dat kinderen die vrijwel uitsluitend of heel erg veel de ‘beelddenken’ strategie hanteren ook wordt geleerd om andere strategieën te gebruiken. Andersom geldt het ook: er zijn jongeren die bij voorkeur een talige of een handelingsstrategie (of andere) hanteren. Voor hen zou het heel goed zijn om meer te leren visualiseren.`
2010 – Jaap Murre
Prof. Dr. J.M. J. Murre, hoogleraar Theoretische neuropsychologie aan de UvA, toont in 2010 aan dat mensen rond hun vierde levensjaar een voorkeur ontwikkelen voor het visuele leersysteem (beelddenken) of het verbale leersysteem (taaldenken). Deze voorkeur geldt voor zowel het korte als het langetermijngeheugen en blijft het hele leven aanwezig. (Rise and decline of verbal and visuospatial memory, Universiteit van Amsterdam. American Psychological, Association 5th edition 2010)
2013 – Pazzaglia & Moe
Francesca Pazzaglia en Angelica Moe (Universiteit van Padua, Italië) ontdekten dat beelddenkers liever een topografische kaart met afbeeldingen kozen om te leren; taaldenkers kozen de kaart met veel tekst. Degenen met een sterk ruimtelijk voorstellingsvermogen kenden de kaart uiteindelijk het beste. Bovendien werd de kaart met afbeeldingen het best onthouden door de beelddenkers; die met tekst het beste door de taaldenkers. Pazzaglia, F., & Moe, A. (2013). Cognitive styles and mental rotation ability in map learning. Cognitive Processing, 14, 391-399.
2010 – Stichting Beelddenken Nederland (2010)
Op 29 december 2010 is De Stichting Beelddenken Nederland (SBN) opgericht, voortgekomen uit de Maria J. Krabbe Stichting en de Ojemann Stichting. SBN acht het van belang dat in de samenleving en meer in het bijzonder in het onderwijs, meer kennis en begrip ontstaat voor beelddenken en beelddenkers.
Ze richt zich vooral op het geven van voorlichting; het (doen) ontwikkelen van diagnostische toetsen en hulp- en lesmiddelen; het bevorderen van passend onderwijs; het analyseren en interpreteren van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van beelddenken en het verspreiden van onderzoeksresultaten die zijn gericht op inzicht en acceptatie van het beelddenken.
Doel is daarbij op het individuele kind gerichte, specifieke differentiatie in de gehanteerde onderwijsmethodes om te voorkomen dat het kind leerproblemen krijgt. U kunt als donateur meehelpen dit onderzoek te steunen. Op de website van SBN vindt u meer informatie: Stichting Beelddenken Nederland
2016 – Kroesbergen & Van den Bos
Op 1 maart 2016 is, op initiatief van de Stichting Beelddenken Nederland (SBN) het wetenschappelijk onderzoek gestart naar Beelddenken: `Beelddenken, hoe meet je dat?` dat in 2017 werd afgerond. Het onderzoek werd geleid door Dr. E.H. (Evelyn) Kroesbergen van de Universiteit Utrecht (Orthopedagogiek), bijgestaan door haar collega prof. dr. Kees van den Bos van Rijks Universiteit Groningen (Orthopedagiek) en mevrouw Nora Steenbergen van SLO.
Verschillende (maatschappelijke) organisaties, zoals Stichting Kinderpostzegels, steunden dit onderzoek geldelijk. Centrale vraag van het onderzoek: ‘Hoe kan beelddenken worden vastgesteld?’ Een vervolgonderzoek staat in de steigers.
Lees hier de samenvatting van het eerste Wetenschappelijk Onderzoek naar Beelddenken.
2018 – Op zoek naar de kern van Beelddenken
In 2018 heeft Stichting Beelddenken i.s.m. een aantal wetenschappers een onderzoek gedaan naar de kern van beelddenken. Dit rapport is openbaar en geeft een kijk op de verschillende inzichten rondom beelddenken. Lees hier het rapport Op zoek naar de kern van beelddenken
2021 – Dr. Annemaaike Serlier-van den Bergh
is klinisch neuropsycholoog en verbonden aan de Universiteit Maastricht. Ze is expert/onderzoeker op het gebied van taaldenken, ook wel aangeduid als NLD. In 2021 verscheen haar boek `Welkom bij de taalclub` , waarin alles staat wat je wilt weten over Taaldenkers: iemand die uitstekend uit zjn woorden komt, maar in de visuele wereld letterlijk kan verdwalen.
Volgens onderzoek van Annemaaike kunnen de meeste mensen (90%) het beeld- en taaldenken allebei toepassen, waarbij er wel een persoonlijke voorkeur is. Er is echter 5% dat echt moeite heeft met verbaal denken: de beelddenkers! Mensen met verbale zwakheden, zoals dyslexie, die liever doen dan praten. Aan de andere kant van het spectrum is er 5% dat echt moeite heeft met het visuele denken: de taaldenker! Dit zijn mensen die liever praten dan doen. Mensen in deze twee uiterste uiteinden van het spectrum ervaren problemen: de beelddenker op school, de taaldenker in het dagelijks leven.
2022 – Wetenschappelijk onderzoek Informatieverwerking Voorkeur Vragenlijst
In 2022 startte, in opdracht van Stichting Beelddenken en i.s.m. Dr. Annemaaike Serlier-van den Bergh een eerste onderzoek naar een gevalideerde informatieverwerking voorkeur vragenlijst (IVV) voor jeugd basisschool. Doel: het ontwikkelen van een vragenlijst waarmee de leervoorkeuren van leerlingen in kaart kunnen brengen, met betrekking tot hoe zij hun informatie het liefst ontvangen, verwerken en leren. Deze voorkeur kan variëren van leerling tot leerling en heeft invloed op hoe effectief nieuwe informatie wordt begrepen en onthouden:
1. Leerlingen met een voorkeur voor visueel-ruimtelijk leren (beelddenkers), willen informatie het liefst gepresenteerd krijgen in de vorm van afbeeldingen, video, diagrammen, grafieken of andere visuele hulpmiddelen.
2. Leerlingen met een voorkeur voor auditief leren (taaldenkers), geven de voorkeur aan het horen en bespreken van informatie. Zij leren het best door middel van mondelinge instructie, gesprekken, luisteren naar de leerkracht of audiobestanden.
2024 – Vervolgonderzoek IVV
Marion van de Coolwijk, voorzitter Werkgroep Onderwijs van Stichting Beelddenken, en Annemaaike ontwikkelden de 50 vragen van de IVV over beeld- en taaldenken die werden afgenomen bij een kleine representatieve groep. De analyse en resultaten van dit eerste onderzoek waren zodanig, dat een groot landelijk vervolgonderzoek onder leerlingengroep 7 en 8 zinvol was.
Na het overlijden van Annemaaike in de zomer van 2023 werd het onderzoek voortgezet door Professor Petra Hurks van de Universiteit Maastricht (Faculty Psychology and Neuroscience) en Marion van de Coolwijk namens Stichting Beelddenken. In juni 2024 werd de verbeterde IVV afgenomen bij honderden leerlingen groep 7 en 8. De resultaten worden in het najaar van 2024 verwacht.
MEER BRONNEN/INFORMATIE
Blazhenkova, O., & Kozhevnikov, M. (2009). The new spatial-verbal cognitive style model: Theory and measurement. Applied Cognitive Psychology, 23, 638-663.
Clark, J. & Paivio, A. (1991). Dual coding theory and education. Educational Psychology Review, e. 149-203.
Coolwijk, van de M. (2012). Beelddenken, visueel leren en werken. Uitgeverij Kind in Beeld
Coolwijk, van de M. (2015) Beelddenken, visueel leren en werken – werkboek voor jeugd. Uitgeverij Kind in Beeld
Ensing, M. E., & van Hattem, C. S. (2014). Beelddenken en begripsdenken: een wereld van verschil. Atlas van het beelddenken. Zoetermeer: Free Musketeers B.V.
Groot, de R., Paagman, C. Denkbeelden over Beelddenken – Uitgeverij Agiel
In `t Veld, M. Groot, de R. Beelddenken en begripsdenken: een paradox? – uitgeverij Agiel
Kosslyn, S.M. (1994). Image and brain. Cambridge: the MIT press
Krabbe, M J. (1951). Beelddenken en woordblindheid. Rotterdam/Arnhem: Van Loghum Slaterus
Kroesbergen, E.H., & Van Dijk, M. (2015). Working memory and number sense as predictors of mathematical (dis-) ability. Zeitschrift für Psychologie, 223, 102–109.
Murre, J.M.J., Janssen, S.M.J., Rouw, R., Meeter, M. (2010). Rise and decline of verbal and visuospatial memory, Universiteit van Amsterdam, American Psychological Association 5th edition
Ojemann, P. C. (1987). Woordblindheid en beelddenken; compensatie, correctie, preventie. Deventer: van Loghum Slaterus.
Paivio, A. (2010). Dual Coding Theory and the mental lexicon. The Mental Lexicon, 5, 205-230.
Selier-van den Berg, A., Braam, S. Welkom bij de taalclub. Nijgh&van Ditmar, 978 90 38810119
Silverman, L. K. (2002). Upside-down brilliance: The visual-spatial learner. Denver, CO: DeLeon Publishing.
Suijkerbuijk, A. M., Jonker, H., van den Bos, K. P., & Kroesbergen, E. H. (2018). Image thinking: A study into visual and verbal thinking preferences and skills among children from grades 4 and 5. Pedagogische studien, 95(1).
Verdoes, T., Denken in beelden – uitgeverij SWP
ONDERZOEK WERELDSPEL
Vroegtijdig (h)erkennen
Het Wereldspel is een non-verbaal onderzoeksinstrument. Dat betekent dat er geen taal (spreken, luisteren) nodig is. Het Wereldspel bestaat uit 160 elementen waarmee een dorp gebouwd moet worden. De elementen (bomen, huizen, voertuigen, mensen, dieren, hekken en bouwmateriaal) zijn zodanig vervaardigd dat de opdracht als vanzelf wordt aangegaan.
Zowel het bouwen zelf als het resultaat geven de onderzoeker inzicht in de informatieverwerking (beeld- en/of taaldenken), aanwezige sociaal/emotionele blokkades en de cognitieve potentie van een kind.
Doordat het een non-verbale test is, kan deze niet vooraf geoefend of voorbereid worden.
Het Wereldspel wordt zowel binnen het onderwijs als binnen de zorg en jeugdhulpverlening ingezet. Professionals binnen de zorg kunnen de opleiding PRACTITIONER Wereldspel volgen. Zij leren met het Wereldspel te werken en de resultaten binnen de begeleiding in te zetten.
Professionals binnen het onderwijs kunnen de opleiding EXPERT Wereldspel volgen. Zij leren zowel met het Wereldspel te werken, maar ook leren zij deze gegevens te combineren met een Individueel Onderwijskundig Onderzoek (IOO) af te nemen bij leerlingen van 5-15 jaar, inclusief verslaglegging.
Een EXPERT is beschikbaar voor ouders en scholen die een onderzoek met verslaglegging willen voor leerlingen.
Een IOO is een zinvol en kan dienen als aanzet tot eventueel verder diagnostisch onderzoek en/of begeleiding..De gehele procedure van een IOO neemt ongeveer tien uur in beslag, waarvan het onderzoek met het kind zelf ongeveer twee uur duurt.
Van het afgenomen onderzoek wordt een uitgebreid verslag gemaakt dat met de opdrachtgever (ouders of school) wordt doorgesproken. Let op: de kosten voor Onderwijskundige onderzoek worden wettelijk niet vergoed door zorgverzekeringen.
Inhoud van een IOO onderzoek met het Wereldspel
1. Het onderzoek start met het Ojemann Wereldspel
2. Het pedagogisch/didactische onderzoek dat volgt, geeft zicht op stagnaties bij o.a. lezen, rekenen, tekstbegrip, spelling.
3. Het geheugenonderzoek geeft de sterke en zwakke leeringangen aan.
4. De oog screening geeft aan of de beide ogen goed samenwerken.
5. De leerstijlen test geeft de beste manier van leren aan.
6. De non-verbale intelligentie test geeft, samen met het Wereldspel, een indicatie van het cognitieve niveau en eventuele hoogbegaafdheid.
7. Het Ojemann Wereldspel geeft tevens zicht op sociale en/of emotionele blokkades..
Het complete onderzoek wordt middels een schriftelijk verslag met advies afgerond.
LEZINGEN/WORKSHOPS
Lezing, workshop of studiedag bij u op locatie?
Wij geven regelmatig lezingen en workshops op maat op locatie over het werken met het Wereldspel, visueel leren, en de historische en wetenschappelijke achtergronden van het beelddenken en taaldenken. Praktisch, herkenbaar en een eye-opener voor ouders en professionals.
Een lezing duurt 1 dagdeel en kan voor een onbeperkt aantal deelnemers gegeven worden, en is informatief bedoeld.
Een workshop duurt 1 dagdeel en is gericht op echt aan het werk gaan en bedoeld voor een team of kleine groep collega`s.
Een studiedag duurt 2 dagdelen en is zowel theoretisch als praktisch gericht, met veel doen en het opdoen van kennis.
Zowel een lezing, workshop en studiedag is praktisch en zinvol voor zowel leerkrachten, orthopedagogen, psychologen, coaches en therapeuten.
De lezing over het Wereldspel werd op de SLO conferentie november 2019 goed ontvangen.
Hieronder volgen enkele reacties:
`Mooie presentatie en fijn ook dat er een actief stukje in zat.`
`Bijzonder interessant. Hoop dat er ook een workshop inclusief Wereldspel komt voor orthopedagogen. Zou dit spel erg graag willen gebruiken voor de leerlingen van de ISK bij ons op school.`
`Goede opbouw, interactief, geen verbeterpunten. Ben geinspireerd geraakt en wil er meer over weten.`
`Erg interessant Zit er zelfs aan te denken om de opleiding te doen, omdat dit zeker wel een meerwaarde zou kunnen zijn.`
De studiedag Visueel leren wordt door schoolteams als zinvol ervaren.
Hieronder volgen enkele reacties:
`Ook ik heb nu inzicht in mijn voorkeur strategieën die direct invloed hebben op mijn manier van lesgeven.`
`Fijn dat ik handvatten heb gekregen om juist die taalzwakke (vaak visuele) leerlingen te bereiken.`
`Lekker praktisch bezig geweest met begrijpend lezen en leertechnieken. Ga ik direct met mijn klas doen.`
Mocht u met uw collega`s/organisatie een lezing, workshop of studiedag op maat willen aanvragen?
Neem dan vrijblijvend contact met ons op: info@kindinbeeld.nl
Enkele voorbeelden die wij op uw locatie kunnen verzorgen:
Lezing: Beelddenken, de visueel-ruimtelijke leerstrategie van ons brein
Voor: ouders, leerkrachten, schoolteams en andere begeleiders van jeugd
Duur: ongeveer 2 uur, inclusief (indien gewenst) een boeken-/materialentafel
Prijs: 750,- euro excl. reiskosten
ISBN/EAN 9504236735381
Aantal deelnemers onbeperkt
Inhoud
Uit het PISA onderzoek van 2022 komt naar voren dat 1:3 leerlingen de basisschool verlaat met een tekort aan verbale capaciteiten. Denk hierbij aan leerlingen met een TOS, dyslexie, concentratieproblemen en/of een lage cognitie. Zij blijven noodgedwongen visueel denken. Ook hoogbegaafde leerlingen, die bij voorkeur snel, associatief en visueel denken, ervaren problemen bij het talige denken (onderwijs) doordat ze zich niet bewust zijn van de noodzaak ervan op school.
Deze lezing zal met vele praktische voorbeelden en oefeningen duidelijk maken hoe het menselijk brein informatie verwerkt en welke impact een visuele en/of verbale voorkeur heeft op het leren. Een informatieve, ontspannen maar bovenal zinvolle lezing voor ouders, leerlingen en iedereen die meer wil weten over effectief leren, metacognitie en studievaardigheid.
Studiedag: Visueel leren (LEREN LEREN Methode)
Voor: ouders, leerkrachten, schoolteams en andere begeleiders van jeugd
Duur: 2 dagdelen, inclusief (indien gewenst) een boeken-/materialentafel
Prijs: 1.750,- euro, excl. reiskosten
ISBN/EAN 9508833747846
Inhoud studiedag
Een zinvolle studiedag voor iedereen (ouders en professionals) die jeugd begeleidt bij het leren. De dag bevat praktische informatie, oefeningen en werkvormen die aansluiten bij de visuele leerstrategie van ons brein. U gaat naar huis met een groot aantal handvatten (en materialen) die effectief zijn bij het leren. Veel doen en ervaren dus deze dag, zodat u de volgende dag meteen zelf aan de slag kunt.
(Deze studiedag is ook individueel te volgen op een van onze opleidingslocaties. Voor info: LEREN LEREN Methode studiedag)